Klimaatveranderingen zijn in de geschiedenis al vaker oorzaak geweest van opkomst of ondergang van mens, flora en fauna. Voor onze streken zullen de jagers/verzamelaars, zoals deze nomadische groepen worden genoemd, wat later ten tonele zijn verschenen. Vermoedelijk verbleven ze hier in het begin alleen nog in de zomermaanden. Geleidelijke opwarming zorgde ervoor dat deze groepjes mensen langer in onze streken verbleven en langzaam omschakelden naar een boerennederzetting, waarbij landbouw en veeteelt de voornaamste bron van bestaan zou worden. Het Mesolithicum ging daarbij langzaam over in het Neolithicum.

Veel Mesolithische vondsten worden gedaan langs prehistorische rivieren en kreken. Voor ons gebied is de Vecht zo’n rivier. Aardewerk komt in deze periode niet voor, dit zou immers erg onhandig zijn bij het zwervend bestaan. Het koken/verwarmen van voedsel, veelal een soort soep, gebeurde na we aannemen in leren zakken waarbij hete stenen werden gedompeld. Er zijn bij opgravingen zgn. “kookstenen” gevonden die deze werkwijze doen vermoeden. Langs de Vecht vinden we vele oeverwallen en rivierduinen. Hier is ook de kans op vondsten dan ook het grootst. In Hasselt is langs het Zwaartewater (Vecht)[i] een werktuig gevonden van hertshoorn uit deze periode. Naast vuursteen waren been en hoorn belangrijke grondstoffen voor het maken van werktuigen.

Uit Overijssel zijn meer Mesolitische vindplaatsen bekend. Zo zijn in 1986 bij het verdiepen van de Regge bij Archem diverse benen voorwerpen opgespoten. Naast hakken van gewei is er een bijlhouder van hertshoorn en een deel van een harpoen gevonden. De enige van de drie Overijsselse harpoenen, of delen ervan, die bewaard is gebleven. De harpoen is destijds in Cambridge onderzocht met de C-14 methode[ii], hierbij werd een ouderdom vastgesteld van ca. 8300 BP (Before Present). In 1986 werd nog een bijna complete benen harpoen gevonden langs het Meppelerdiep (gemeente Staphorst), van een andere slechts een fragment. Helaas is alleen het vondstzakje bewaard gebleven. Hopelijk komen deze voorwerpen nog een keer ergens boven water.

De bijlhouder uit de Regge heeft een licht conische doorboring. In de uitgeholde onderzijde zal een (vuur)stenen bijl gezeten hebben. De bevestiging hiervan zal met een pees zijn gebeurd, hiervoor is de houder in de lengte gespleten.

In 1965 zijn in Streukel door Ruud van Beek een 15-tal Mesolithische vuursteentjes gevonden. Hieronder een aantal boortjes en krabbers. Mogelijk zijn er nog meer artefacten gevonden maar worden ze niet herkend als werktuigen.

 

[i] Joan Blaeu laat op zijn stadsplattegrond bij Hasselt (1650) de Vecht eindigen en het Zwaartewater beginnen
[ii] Koolstofmethode voor datering van archeologisch materiaal.
Bronnen:
Afbeelding: www.archeoweb.nl
Dr. A.D. Verlinde, Overijsselse Historische Bijdragen – VORG, 1982 en 1987
V.T. van Vilsteren, Het Benentijdperk – Drents Museum 1987
AWN afd. Flevoland – Mensen van toen – 2010
Harpoen en bijlhouder: Collectie J. Assink